Dit bericht is ingezonden door bewoner Dolf
Dat is er voor een groot deel niet meer. Net voor 1 maart, op 27 februari, dus voor het broedseizoen, begonnen mannen met razende kettingzagen bomen te kappen om ruimte maken voor het te bouwen vrouwen-opvangcentrum. Ondanks protesten van Elderbeld Groen en petities van buurtbewoners.
Op de dag voor de kap liep ik nog een keer om het Wassenaarwegbos heen. Ik zag veel klein gevogelte door de kruinen vliegen en fluiten. De mezen vlogen zichtbaar om hun oude en vertrouwde nestelplaatsen.
Er stonden enkele mensen van de gemeente met andere geintereseerden te praten welke bomen nog konden blijven staan en welke, het overgrote deel, gekapt zouden gaan worden. Allen keken omhoog. Het leek alsof de vogels hun naderend onheil voelden. Ze vlogen schrikkerig heen en weer. Een specht klopte onverstoorbaar door. Nog wel.
Ik keek naar de grond. Zowat het hele gebied stond onder water door de vele regen van de voorbije weken. ‘Hoeveel kikkers en padden zouden hier huizen,’ zei ik tegen een oranje hes.
‘Er komt morgen een ecoloog,’ antwoordde hij ontwijkend. Ik dacht er het mijne van.
De grote wielen en rupsbanden zouden tientallen van de reptielen en al wat nog verder in de grond aan het winterslapen was vernietigen. Ik dacht aan de egels, slakken, kevers, spinnen, muizen, mieren, hommels en wespen. Van de bunzing had ik nog geen weet.
Het werd me duidelijk dat er allang vanachter burelen beslist was om hier te bouwen.