Het heeft Zijne Majesteit de Koning behaagd om Eddy Lankwarden uit Elderhof te benoemen tot Lid in de Orde van Oranje-Nassau. Hij is een van de 21 Arnhemmers die op 26 april jl. werden verrast door onze burgemeester Ahmed Marcouch. Deze heugelijke gebeurtenis was voor Hans Kuhlemeier van wijkkrant Elderveld Nieuws aanleiding voor een interview met de trotse gelukkige.
Wie is Eddy Lankwarden?
Eddy is een kerstkind, geboren op eerste kerstdag 1965 in Tiel. Zijn vader was eigenaar van een slagerij waar zijn moeder in meewerkte. Hij was elf jaar toen hij met zijn ouders naar de Koewei in Elderhof verhuisde. Met zijn partner Berny woonde hij vijf jaar ergens anders. Toen al zei Eddy tegen zijn ouders: “Als jullie ooit je huis uitgaan, wil ik het kopen.” Aldus geschiedde en inmiddels wonen Eddy en Berny nu al 29 jaar met heel veel plezier op de Koewei. Van beroep is Eddy brandweerman. Daar is hij ook lid van het zogenoemde ‘Collegiale opvangteam’ dat hulp biedt bij het verwerken van emotionele en traumatische ervaringen.
Wie heeft Eddy voorgedragen voor een lintje?
De voordracht voor Eddy is in vele opzichten uitzonderlijk. Eddy is met zijn 55 jaar nog jong en staat vol in het beroepsleven. Vaak worden onderscheidingen namens een bedrijf, organisatie of vereniging aangevraagd. Bij Eddy was het echter wijkbewoner Luc Brouwers die het initiatief nam. Een jaar geleden vroeg Luc tien wijkbewoners de grote betekenis van Eddy voor de wijk op papier te zetten. Deze brieven stuurde hij samen met andere documenten naar burgemeester Marcouch. Na diverse toetsingen kwam het verlossende bericht dat de voordracht was goedgekeurd.
Burgermeester Ahmed Marcouch spreekt Eddy toe
En toen kreeg je een telefoontje van de burgemeester?
“Nee, dit jaar liep het heel anders”, zegt Eddy. En hij vervolgt: “Al een tijdje geleden vertelde mijn partner Berny mij dat ik op maandag de 26e niets mocht afspreken. We zouden samen met mijn oude vader iets leuks gaan doen. Ik wist alleen dat we maandag om 8.55 uur aan de Bussumstaat moesten staan. Toen ik daar een oude museumtrolleybus zag aankomen, riep Berny enthousiast dat de burgemeester er al inzat. Ik geloofde er niets van en dacht: ja, ja, dat zal wel. Het opschrift met de tekst ‘lintjesregen’ was me helemaal ontgaan. Pas toen burgemeester Marcouch uitstapte en ik de foto van Willem Alexander zag, ging me een lichtje op. Ik dacht: Dat kan toch niet waar zijn? Dat zal toch niet voor mij zijn? Ik weet wel dat ik voor de buurt iets beteken. Maar zoveel waardering had ik niet verwacht. Het was even een emotioneel momentje en ik kreeg een flinke brok in de keel.”
Over de burgemeester was Eddy zeer te spreken: “Marcouch had zich goed voorbereid en hield een fijne toespraak. Het vertelde dat ik een bindende factor in mijn buurt ben, altijd voor een ander klaar sta en voor iedereen een luisterend oor heb. Ook sprak hij lovend over mijn werk binnen het Collegiale Opvangteam bij de brandweer. En als een burgemeester dat zegt, zal er toch wel iets van kloppen?”
Hoe verliep de dag verder?
Om zeven uur ’s avonds zag het op en rond het pleintje aan de Koewei zwart van de mensen. Overbuurman Klaas Bosma was gevraagd een toespraak te houden. Hij verwees onder meer naar de bezigheden van Eddy als fitness coach voor jong en oud. Namens de mannelijke helft van de buurt sprak Klaas zijn waardering uit voor het feit dat Eddy ervoor zorgde dat hun vrouwen slank en knap bleven. Iedereen lag dubbel.
Rond half acht werd de menigte opgeschrikt door gillende sirenes. Het waren collega’ s van Eddy die met drie reusachtige blusauto’s kwamen aangescheurd. Desgevraagd vertelde één van de breedgeschouderde mannen: “Bij de brandweer maken we soms emotionele en traumatiserende gebeurtenissen mee. Als lid van het Collegiale Opvangteam helpt Eddy ons bij het verwerken. Hij heeft altijd een luisterend oor en helpt ons daarmee de drempel weer over. Als er iemand is die dit verdient, dan is het Eddy.”
Waar heeft Eddy zijn lintje nog meer aan te danken?
Als brandweerman werkt hij in een 24-uurs dienst van 08:00 tot 08:00, een dag op, drie dagen af. Dat geeft hem naar eigen zeggen de tijd om “dingen in zijn buurt te organiseren.” Hieronder zetten we een aantal activiteiten op een rij, zonder de illusie te hebben volledig te zijn.
Het begon met de wijkbarbecue
Al lang geleden viel het hem op dat de bewoners aan het pleintje elkaar nauwelijks kenden. Hij dacht toen: ik ga proberen deze mensen met elkaar in gesprek te krijgen. Samen met zijn partner Berny en andere buurtgenoten heeft hij de wijkbarbecue een nieuw leven ingeblazen. Veel bewoners kwamen daar voor het eerst met elkaar in contact. Inmiddels is de wijkbarbecue een jaarlijks terugkerend evenement. Ook organiseert Eddy de jaarlijkse Burendag. Gewoon even een uurtje met elkaar een bakkie koffie drinken. Rond de kerstdagen zorgt hij voor een kerstborrel, met warme choco en glühwein. En dankzij hem heeft de Koewei nu een AED.
Naast zijn werk heeft Eddy jarenlang, voor een luttel bedrag, ramen gelapt in zijn buurt. Eddy: “Hierdoor leerde ik heel veel buurtbewoners kennen. Het geld dat ik ermee verdiende, ging naar een vuurwerkshowtje met oud en nieuw. Helaas heb ik het ramen lappen vanwege fysieke problemen moeten opgeven”.
Eerste aanspreekpunt bij problemen
In de wijk is Eddy het aanspreekpunt als er ergens een probleem is. Denk aan een lekkage of verstopping, een elektriciteitsstoring, vreemde geurtjes in huis of een defect aan een kinderfiets. Na een storm kloppen er regelmatig wijkbewoners bij hem aan de deur. Als er bijvoorbeeld een kap van de schoorsteen is afgewaaid, klimt Eddy het dak op om de schade te herstellen. Eddy: “Als je dat niet zelf durft, kun je dat beter aan mij vragen, anders gebeuren er nog ongelukken. Het kost mij weinig moeite. Alleen al het feit dat men tevreden en blij is, geeft mij voldoening.” Zijn devies is: “Vraag het aan mij……ik kan altijd nog Nee zeggen, en dan moet je verder zoeken.” Krijgt Eddy geld voor zijn nuttige vrijwilligerswerk, dan stopt hij dat niet in eigen zak maar gebruikt het voor de financiering van sociale evenementen in de wijk.
Organisator van spel- en sportevenementen
Een van die sociale evenementen is de Sport Challenge op het gemeenteveldje aan de Drielsedijk. Tijdens Corona lukte het hem en zijn partner om de buurtkinderen met allerlei leuke spel- en sportoefeningen in beweging te krijgen. Maar liefst achttien dagen lang en minstens een half uur per dag! Maar hoe houd je die kinderen gemotiveerd? Partner Berny ontwierp een stickerkaart waarop de kinderen na gedane arbeid een sticker mochten plakken. Elke keer stuurden de kids een foto als bewijs naar Eddy. Was de stickerkaart vol, dan lag er ’iets leuks’ in het verschiet. Het was de bedoeling om uit eten te gaan in het gezellige Pannenkoekenrestaurant De SteenenCamer van Chris en Jantien. Helaas gooide Corona ‘roet op de pannenkoek’. Al snel werd een aantal buurtbewoners bereid gevonden zelf maar pannenkoeken te bakken. Het leuke was dat zelfs de ouders gingen meebewegen en -sporten! Voor sommigen is het een blijvertje geworden waardoor de coronakilo’s eraf vliegen.
Eddy aan het werk op het gemeenteveldje aan de Drielsedijk
Aandacht voor eenzame ouderen
Eddy heeft ook oog voor eenzaamheid onder ouderen. Hij maakt regelmatig een praatje, loopt samen een stukje op of maakt een fietstochtje. Soms spoort hij buurtkinderen aan een tekening te maken en die dan in de brievenbus van een alleenstaande oudere te deponeren. Laatst kwam er nog een oudere man naar hem toe: “Wat ik nu weer heb meegemaakt, mijn hele brievenbus zat vol kindertekeningen!” Bescheiden als Eddy is, doet hij dan maar net alsof zijn neus bloedt…
Opvang honden
Op dit moment vangen Eddy en Berny een hond genaamd Sniper op. De bazin van Sniper kan dat even niet. Tussen Sniper en Ben, hun RhodesianRidgeback, gaat het gelukkig goed. Het is de bedoeling dat Sniper ooit weer teruggaat naar zijn eigen thuis.
Terugblik
Terugkijkend constateert Eddy met voldoening dat het doel om buurtbewoners op een plezierige manier met elkaar in contact te brengen een stuk dichterbij gekomen is. Eddy: “Maar in je eentje lukt het niet, de buurt moet er wel voor open staan. En gelukkig woon ik in zo’n buurt”